Biesboschmuseum Werkendam - Architectuur.nl

2022-05-21 19:13:35 By : Ms. Snow Gao

Waar eeuwenlang gestreden werd tegen het wassende water, staat nu het vernieuwde Biesboschmuseum. Een gebouw waarin de verzoening tussen mens en natuur op poëtische wijze tastbaar is gemaakt. Een nieuwe vleugel is ontworpen als een reusachtig panoramavenster. Om oud en nieuw tot een geheel te smeden heeft architect Marco Vermeulen gevels en daken ingepakt met grondlichamen. Zo is midden in de polder een berglandschap ontstaan.

Eeuwenlang was de noordelijke Biesbosch een typisch Hollands strijdtoneel, waar gevochten werd tegen het wassende water. Landbouwgrond was het van oorsprong, tot in 1421 de Elisabethvloed het gebied in een binnenzee veranderde, waarna het land – polder voor polder – door de boeren werd heroverd. Nu is er een vredesverdrag. De 4500 hectare grote Noorwaard wordt ‘teruggegeven’ aan het water, als onderdeel van het Rijksprogramma Ruimte voor de Rivier. De Merwede kan bij hoog water in de polders van de Noordwaard overlopen, waarmee overstromingen tot het verleden behoren. Tegelijk krijgt de natuur – de nieuwe economie van de Biesbosch – op deze manier de kans om zich verder te ontwikkelen. Rond de paar boerderijen die behouden zijn – op nieuw gebouwde terpen – zie je steeds meer vogels, insecten en nieuwe plantensoorten opduiken.

Dit is het decor van het vernieuwde Biesboschmuseum Werkendam, ontworpen door architect Marco Vermeulen. Een gebouw waarin de verzoening tussen mens en natuur op poëtische wijze tastbaar is gemaakt. Met zijn puntige grasdaken en grote glasvlakken kun je het museum zien als een opgetild maaiveld of, omgekeerd, als een overwoekerd gebouw. Kinderen herkennen er een hobbithuis in, maar het roept ook associaties op met de forten en bunkers in de omgeving. Het is precies die ambiguïteit – het spanningsveld tussen architectuur en landschap – die dit project zo interessant maakt. Het museum, dat zijn deuren opende in 1994 en inzicht biedt in de geschiedenis en cultuur van de streek, ligt diep in de Biesbosch – op een plek die bij uitstek geschikt bleek om uitstroomopeningen te maken voor de ontpolderde Noordwaard. De naastgelegen dam is daarom doorgebroken, terwijl aan de andere kant een geul is gegraven. Zo is een ‘museumeiland’ ontstaan, dat met het omringende land verbonden is door twee bruggen, ontworpen door West 8.

De natuurontwikkeling is door het museum aangegrepen om mee te gaan in de vaart der volkeren. Directe aanleiding was de verdwijning van het regiokantoor van Staatsbosbeheer, dat op de plek van de nieuwe geul stond; daarvoor moest vervangende kantoorruimte komen. Daarnaast functioneerde het gebouw niet optimaal; met het toenemende aantal recreanten kreeg het streekmuseum steeds meer de rol van bezoekerscentrum, terwijl de horeca niet meer was dan een koffiecorner. En architectonisch viel er ook het een en ander te verbeteren aan het structuralistische ontwerp van architect Jan Timmer van architectenbureau Midden Nederland. De paviljoens, met hexagonale plattegronden en piramidevormige pannendaken, oogden gedateerd, gesloten en deden niets voor de omgeving.

Begin 2013 benaderde de provincie Noord- Brabant, die het museumproject subsidieert, Marco Vermeulen om een uitbreiding te ontwerpen. De architect hoefde niet lang na te denken over wat hem te doen stond: hij wilde het gebouw openen, de relatie met de Biesbosch aangaan; daar gaat het museum immers over. De nieuwe vleugel, met 1000m2 even groot als het bestaande museum, is daarom ontworpen als een reusachtig panoramavenster. De grote klus was om vervolgens oud en nieuw tot een geheel te smeden. De architect bedacht om de gevels en daken in te pakken met grondlichamen; de oudbouw verdween onder de graszoden, terwijl de geometrie van de paviljoens is doorgezet in de harde lijnen van de nieuwbouw. Zo is midden in de polder een berglandschap ontstaan. Aan de voorzijde leidt een betonnen pad door een waterrijke tuin in deze berg. Aan de zuidkant, waar aansluitend op de glazen uitbouw een groot terras is aangelegd, is het grasdak naar beneden gedrukt en kun je via een trap het gebouw op lopen, vanwaar je een weids uitzicht hebt over de omgeving. Binnen zijn de verschillende functies helder geordend: de entreehal annex museumshop, tentoonstellingszalen en kantoren zijn ondergebracht in de bestaande paviljoens, terwijl de achtergelegen nieuwbouw ruimte biedt aan het restaurant, wisselexposities en evenementen.

Vermeulen heeft het contrast tussen de donkere expositiezalen en de uitbouw maximaal opgevoerd. Terwijl de kleinschalige structuur van de paviljoens benut is om een logische sequentie in de tentoonstelling aan te brengen, is de nieuwbouw als een grote, witte kolomvrije ruimte ontworpen. De benodigde draagconstructie om dertig meter te overbruggen, is onzichtbaar weggewerkt in de bestaande muren en achter de stijlen van de nieuwe vliesgevel, terwijl enorme glasplaten (6,5 bij 3 meter, zonnewarmtewerend – speciaal voor dit project vervaardigd) de verdiepingshoogte in een keer overspannen. De overmaat van de ruimte, de overvloed aan daglicht en het royale uitzicht zijn de grote winst van deze transformatie. Je ervaart alleen niet dat het een transformatie betreft. Dat is een kwaliteit van het ontwerp, maar ook jammer, enerzijds omdat het spektakel voor een deel schuilt in de metamorfose, anderzijds omdat inzicht in de transformatie het verhaal van het museum had kunnen verrijken. Nu ben je daarvoor afhankelijk van folders en filmpjes.

Het Biesboschmuseum is het eerste grote gebouw dat Marco Vermeulen oplevert. Eerder bouwde hij een gasontvangststation in het Brabantse Dinteloord met biobased gevels, gemaakt van biohars. Daarnaast werkte hij vooral aan ruimtelijke visies op het gebied van energie, waterveiligheid en circulariteit. Deze ‘duurzame’ thema’s spelen ook een belangrijke rol in het ontwerp voor het museumeiland. In de eerste plaats in de manier waarop de bebouwing, in synergie met het landschap, is ontworpen. Maar ook in de keuze voor de constructie en installaties. Voor de verwarming en koeling van het gebouw wordt deels gebruik gemaakt van biomassa (het grasdak), deels van wateruitwisseling met de rivier. Afvalwater wordt gezuiverd met behulp van een wilgenfilter. Het regenwater dat via een waterval van het dak stroomt, verzamelt zich in het getijdenpark achter het museum, dat momenteel wordt voltooid. Een maquette van de Biesbosch, met polders, dijken en stromen, geeft inzicht in de waterhuishouding van het gebied, en het belang van de Biesbosch als waterbuffer. Met een cyclus van een half uur verandert de waterstand, van extreem hoog naar extreem laag. Hier krijg je ook antwoord op de vragen die het bij vlagen surrealistische landschap rond het museum – met overal bomen die half onder water staan – oproept. Tegelijk vormt de buitenruimte een geweldige waterspeeltuin, waar zowel kinderen als volwassenen zich zullen vermaken.

Tekst: Kirsten Hannema Fotografie: Ronald Tilleman

Dit artikel werd gepubliceerd in ArchitectuurNL nummer 6 van 2015

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Architectuur.nl is een activiteit van Eisma Bouwmedia. Auteursrecht voorbehouden.

This is a modern website which will require Javascript to work. Please turn it on!