Hoe kunst in Pristina de stad weer terug verovert - NRC

2022-07-30 12:03:23 By : Ms. Alina Yang

Vanwege het coronavirus werken onze medewerkers thuis.

N.B. Het kan zijn dat elementen ontbreken aan deze printversie.

Manifesta in Pristina Manifesta, de nomadische Europese biënnale, streek neer in de Kosovaarse hoofdstad Pristina. Kunstenaars laten zien hoe ze hun stad willen terug veroveren op verkeer en grootkapitaal.

‘You have no idea!” Voor de ingang van de National Gallery van Kosovo in Pristina schreeuwt de Bosnische kunstenaar Selma Selman zo hard als ze kan. „Jullie hebben geen idee!!!” Een half uur lang duurt haar performance en steeds herhaalt ze die ene zin, de ene keer gelaten mompelend, dan weer krijsend. Soms kijkt ze haar publiek recht in de ogen, vol vuur en agressie. Dan weer slaat ze haar blik kwetsbaar richting de grond.

Inderdaad, hoe kunnen wij weten hoe zij zich voelt? Wij hebben geen idee hoe het is om als kind, geboren in 1991, op te groeien tijdens een oorlog. Hoe het is om tot een minderheidsgroep als de Roma te horen. Wij zullen nooit precies weten waar Selmans pijn of woede vandaan komt. Zoals we ook nooit zullen bevatten wat de inwoners van Pristina hebben doorgemaakt toen ze door de Serviërs werden gemarginaliseerd en verdreven. Overal in de stad zie je nog de sporen van de Kosovo-oorlog, die eind jaren negentig het sluitstuk vormde van de Balkan-oorlog. „You have no idea!”

Manifesta, de nomadische biënnale die elke twee jaar neerstrijkt in een andere Europese stad, zocht wel vaker tumultueuze gebieden op. Er waren edities in San Sebastian, Sint Petersburg en Palermo; de aflevering op Cyprus kon zelfs niet doorgaan vanwege politieke spanningen. Maar nooit eerder voelde het conflict nog zo vers als hier in Kosovo, een land van nog geen twee miljoen inwoners, pas sinds 2008 onafhankelijk en de jongste soevereine staat van Europa, maar nog steeds niet door alle EU-lidstaten als zodanig erkend.

De Nederlandse kunsthistorica Hedwig Fijen richtte Manifesta begin jaren negentig op in nasleep van de Koude Oorlog en in reactie op de nieuwe politieke situatie na de val van de Muur. Het evenement moest dienen als platform voor culturele uitwisseling tussen Oost en West. Aanvankelijk gebeurde dat via het traditionele ‘biënnalemodel’, met exposities van internationale kunstenaars in bestaande instituten of leegstaande gebouwen. Maar de afgelopen jaren is de kunsttentoonstelling steeds meer uitgegroeid tot een ‘sociaal platform’ dat iets blijvends wil achterlaten voor de gaststad. In Palermo werd in 2018 een vervallen theater gerestaureerd, in Pristina is er geïnvesteerd in de renovatie van een bibliotheek en het Grand Hotel, de hoofdlocatie van de manifestatie. Trots wijst Fijen er tijdens de persconferentie op dat van het budget van 4,9 miljoen euro 3,1 miljoen euro naar Kosovo is gegaan.

Om zich te onderscheiden van andere biënnales heeft Manifesta nadrukkelijk geen curatoren, maar ‘creative mediators’. De kunstwerken heten er ‘artistieke interventies’. De Australische Catherine Nichols, verantwoordelijk voor het artistieke programma, zei tijdens de persconferentie dat ze geen „kunstenaars wilde rondstrooien op exotische plekken”, maar wilde luisteren naar wat de mensen in Pristina zelf willen. Ze vond er een „bruisende kunstscene”, die worstelde met vragen als: hoe bouw je een stad weer op, hoe ga je om met cultureel erfgoed? En vooral: hoe kun je als bevolking de publieke ruimte weer terug claimen?

Want Pristina is een grauwe stad, zonder rivier en met nauwelijks parken, laat staan bankjes om op te zitten. Overal staan auto’s illegaal geparkeerd op publieke plekken als trottoirs en pleintjes. Nichols: „Mijn taak is om te luisteren naar die vragen. De kunstenaars die ik heb uitgenodigd gaan verder dan het alleen maar documenteren van de problemen, ze willen ook meedenken over oplossingen.”

Het grootste probleem van Pristina is de snelle en ongecontroleerde groei van de stad. Investeerders zien het post-socialistische Kosovo als een plek waar je snel geld kunt verdienen. Op ieder braakliggend stuk land wordt gebouwd, veelal zonder de regels in acht te nemen. Dat ziet ook de kersverse burgemeester van Pristina, architect Përparim Rama: „Dit is een anarchistische stad. Er zijn wel voorschriften, maar die worden niet opgevolgd.” Corruptie en georganiseerde misdaad zijn een groot probleem, beaamt hij. En er waren heftige gevolgen voor diegenen die de onstuimige groei een halt wilden toeroepen. In 2000 werd Rexhep Luci, een architect die als directeur van de afdeling Ruimtelijke Ordening, Wederopbouw en Ontwikkeling de illegale bouw van een hotel wilde stilleggen, doodgeschoten door de plaatselijke maffia.

Als knipoog naar de bouwdrift van het turbo-kapitalisme zette de Kosovaarse kunstenaar Alban Muja daarom een huisje op een van de meest in het oog springende gebouwen van Pristina: het modernistische Gërmia warenhuis uit 1972. De brutalistische kubus, een geliefde plek in de collectieve herinnering van veel Kosovaren, werd na recente protesten gered van de sloop. Het is een bizar gezicht, om Muja’s parasitaire huisje – in de stijl van sociale woningbouw – op dat iconische pand te zien staan. Wie heeft dit goedgekeurd, vraag je je onmiddellijk af. Maar anders dan bij de andere quirky gebouwtjes die je overal op daken ziet, kreeg de kunstenaar voor zijn ingreep wel degelijk officiële toestemming, mits hij het kunstwerk na afloop van Manifesta weer weghaalt.

Een wandelroute, aangegeven door groene stippen op de straat, leidt langs de 25 locaties van Manifesta. De organisatie heeft dankbaar gebruik gemaakt van de vele spookhuizen die de stad telt. Met name de modernistische gebouwen uit de Joegoslavische jaren zijn na twintig jaar leegstand in slechte staat. Zoals het megalomane Palace of Youth and Sports, ooit een ijshockeyring maar nu een parkeergarage, waar de Koreaanse Lee Bul een metersgrote zeppelin ophing als symbool van vergane glorie en gefnuikte dromen. Of zoals het voormalige perspaleis van de Albanese krant Rilindja, dat nu vooral dienst doet als plek voor raves. De Turkse kunstenaar en muzikant Cevdet Erek maakte er het geluidskunstwerk Brutal Times (2022), dat zowel herinnert aan de dreunende krantenpersen als de beats van de ravemuziek.

Het zijn de imposante verhalen van de Kosovaren die deze veertiende editie van Manifesta dragen

Ook het Grand Hotel Prishtina, in 1978 in opdracht van maarschalk Tito gebouwd, is de afgelopen jaren danig in verval geraakt. Nadat het gebouw geprivatiseerd was, bleek de nieuwe eigenaar geen geld te hebben voor de noodzakelijke renovatie. Veel van de honderden kunstwerken die het hotel sierden, werden verpatst om de bouwkosten te betalen. Zo’n honderd sculpturen, tapijten, mozaïeken en schilderijen werden door de bouwvakkers gered en bevinden zich nu in de collectie van de National Gallery in Pristina. De Kosovaarse kunstenaar Majlinda Hoxha heeft ze allemaal gefotografeerd en de reproducties weer op hun oude plek gehangen, zodat het hotel toch weer iets van zijn oude grandeur heeft teruggekregen.

Dankzij Manifesta hebben sommige verdiepingen nu weer hoogpolig tapijt en hotelmeubilair. Zes plaatselijke kunstenaars hebben onder de titel ‘New Grand’ nieuwe hotelkunst gemaakt: figuratieve schilderijen in vrolijke kleuren. De kunst is tot in de haarvaten van het hotel te vinden, tot op de douchegordijnen en de wc’s aan toe. Maar de duivenpoep op de vensterbanken in sommige hotelkamers verraadt dat tot voor kort de dieren het hier nog voor het zeggen hadden. Gesneuvelde ruiten zijn hersteld, maar op veel plekken zie je nog de gaten in de muren en loop je over het kale beton. In de eindeloze gangen overvalt je soms het creepy gevoel van de film The Shining – als een plek waar iets niet pluis is.

Dat gevoel wordt alleen maar versterkt door de geluidsinstallatie Earwitness Inventory die de Libanese kunstenaar Lawrence Abu Hamdan in een van de hotelkamers laat horen: geluiden die gevangenen zich herinneren, zoals het dichtslaan van celdeuren of spades die een graf delven. Het kunstwerk krijgt een extra lading als je weet dat in de kelders van dit gebouw, waar ooit de bowlingbaan was, Kosovaarse burgers gemarteld werden.

Vanuit de ramen van het hotel zie je hoe de skyline van Pristina in rap tempo aan het veranderen is. Overal staan hijskranen en schieten woontorens de lucht in, maar wie gaat er wonen? Veel Kosovaren zijn gevlucht naar Zwitserland, Duitsland of het Verenigd Koninkrijk – met popster Dua Lipa als bekendste voorbeeld van de Kosovaarse diaspora. De migratiegolf is nog steeds gaande: van de achterblijvers zou de helft graag ook vertrekken.

Je ziet ook de gele smog boven de bergen. Volgens de Kosovaarse onderzoeksjournalist Jeta Xharra is Pristina een van de zwaarst vervuilde steden ter wereld. „Vooral in de winter, als er veel kool wordt gestookt, bereiken we het niveau van luchtvervuiling van New Delhi”, vertelt ze tijdens een van de debatten op de openingsdagen. Ze prijst Manifesta dat ze het hebben aangedurfd om naar „de lelijkste stad van de wereld” te komen. „Sterker, ze hebben de allersmerigste plek van Pristina gekozen als locatie: de steenfabriek. Daar dumpte heel de stad twintig jaar lang zijn afval. Manifesta heeft die plek echt getransformeerd, daar ben ik ze zeer dankbaar voor.”

Ze doelt op de Brick Factory, een groot fabrieksterrein dat vorig jaar met hulp van honderden vuilniswagens schoongeveegd werd. Het Turijnse bureau CRA – Carlo Ratti Associati, als ‘creative mediator’ van Manifesta verantwoordelijk voor het architectuurprogramma, nam er vorig jaar al zijn intrek. Samen met studenten van de Universiteit van Pristina claimde hij de buitenruimte terug door die eenvoudigweg met gele verf te beschilderen en af te bakenen met tuinmeubelen. Zo dreven ze de illegaal geparkeerde auto’s weg en creëerden ze een ‘urban living room’, waar workshops gegeven worden, gekookt wordt en films vertoond. Vergelijkbare acties volgden, bij de stadstuin van de Hivzi Sulejmani-bibliotheek en de binnenplaats van het Ministerie van Cultuur, Jeugd en Sport, die beide opengesteld werden voor het publiek. Beetje bij beetje werd zo de stad terugveroverd op het verkeer.

De grootste ingreep van Carlo Ratti is de Green Corridor, een groenstrook van 1300 meter langs een oude spoorrails die de Brick Factory met het Palace of Youth and Sports verbindt. Het idee is duidelijk geënt op de New Yorkse High Line: overal langs de route zijn gele zitbanken en plantenbakken neergezet. Het ziet er nu allemaal nog wat karig en dor uit, maar als dit gaat groeien, is het een welkome nieuwe wandelroute vanuit de arbeiderswijken naar het centrum. Het straatmeubilair en de bakken met bomen zijn mobiel en kunnen ook elders gebruikt worden, mocht de spoorlijn toch ooit weer in gebruik worden genomen.

Vanaf de Brick Factory is het nog twintig minuten wandelen naar de indrukwekkendste locatie van deze Manifesta: een kapotgeschoten woonhuis in een van de buitenwijken van Pristina. Hertica School House was een drie verdiepingen tellend pand dat vanaf 1990 gedurende tien jaar onderdak bood aan zo’n 1.300 leerlingen die door het Servische regime van de reguliere scholen verbannen waren. Het huis werd tijdens de Kosovo-oorlog in 1999 volledig in puin geschoten. In de zwartgeblakerde ruïne, waar het glas onder je schoenen knerpt, zijn nu video’s te zien waarin studenten en docenten vertellen over die inktzwarte periode. Over hoe de Albanese Kosovaren steeds meer uit het publieke leven verbannen werden, hoe Albanese kinderen naar de kelders van scholen werden gestuurd, hoe ambtenaren werden ontslagen en ziekenhuizen toegang weigerden voor Albaniërs. Hoe de Albanese taal niet meer gesproken mocht worden.

Er ontstond een parallelle publieke sector in privéhuizen, vertelt Remzije Aliu-Matoshi, de beheerder van Hertica School House. „Ouders gingen geld verzamelen om leraren te kunnen betalen. Mijn vader Mehmet Aliu-Hertica had net dit huis gebouwd en stelde dat ter beschikking aan de middelbare school Sami Frashëri, mijn zus heeft hier tien jaar lang les gegeven.” Trots: „De leerlingen die hier hebben gezeten, zijn nu de artsen en advocaten van Pristina.” Er gaan stemmen op om van de ruïne een museum te maken dat deze oorlogsverhalen vertelt. Er is vast een provisorisch dak overheen gezet. Tot die tijd doen deze aangrijpende video’s vast een voorzet.

Het zijn de indrukwekkende verhalen van de Kosovaren die deze editie van Manifesta dragen. Dankzij hun getuigenissen ontstaat er een begin van een idee hoe deze stad, dit land, is gevormd. „You have no idea!”, schreeuwt Selma Selman nog altijd, in de brandende zon van Pristina. Iets meer begrip, dat is wat de kunst hier te bieden heeft.

Wat moet je deze week zien, horen of luisteren? Onze redacteuren recenseren en tippen

Heeft u een tip over dit onderwerp, ziet u een spelfout of feitelijke onjuistheid? We stellen het zeer op prijs als u ons daarover een bericht stuurt. U kunt ons ook anoniem een tip geven.