Kleurexplosies en melancholie op DDW 2016 - Architectuur.nl

2022-10-01 15:16:33 By : Mr. Hui Jue

Materiaalonderzoek en duurzaamheid domineren op de 15de editie van Dutch Design Week, die inmiddels 2000 deelnemende ontwerpers en bijna 300.000 bezoekers telt. Met als thema ‘The Making of…’ ligt de focus op innovatieve materialen en productietechnieken. Kant-en-klare gebruiksproducten en digitale technologie komen er bekaaid vanaf. Wel is er ruimte voor postmodernistische kleurexplosies en melancholie.

Zouden de vrolijke kleuren een reactie zijn op een wereld die wordt verdeeld door zwart-wit denken? Of willen ontwerpers een alternatief bieden voor de vluchtigheid van internet met grove, bijna archetypische contouren? Wat ook kan: design als eyecatcher om zichtbaar te blijven in de huidige information overload. Misschien staat ons ook gewoon wel een revival van het postmodernisme te wachten? Hoe dan ook, op de Dutch Design Week (DDW) in Eindhoven domineren dit najaar de felle, bijna fluorescerende kleuren en heldere, geometrische vormen.

De Graduation Show van de Design Academy Eindhoven – al jaren een betrouwbare graadmeter van het design van morgen – grossiert in iconische ontwerpen die speels en vrolijk zijn, soms ronduit behaagziek. Een student beplakte een kast met een fotolaminaat van Google Earth; de abstractie van bergketens en woestijnrotsen van grote hoogte geven de Marble Earth kast een aardse en tegelijkertijd surrealistische look. Dat een eigenzinnige vorm een efficiënte functionaliteit niet in de weg hoeft te zitten bewijst Glissade, een cartooneske stoel met een frame waarbij leren zitelementen over tentstokken zijn getrokken. Dit bonte kleurpalet in een strak lijnenspel is ongetwijfeld een modieuze trend die weer overwaait. Maar aangenaam is deze vermakelijke luchtigheid zeker.

Ook gevestigde ontwerpers grijpen gretig terug op de postmoderne beeldtaal. Baars & Bloemhof, groothandelaar in bouwmateriaal, heeft zes ontwerpers uitgenodigd om aan de slag te gaan met laminaat, niet toevallig ook het lievelingsmateriaal van Memphisontwerpers als Mendini en Sottsass. Onder de veelzeggende naam Transitions wordt alledaags plaatmateriaal ge-upcycled tot een hoogwaardig pronkstuk. Sabine Marcelis maakt sculpturale neonlampen die feitelijk niets meer zijn dan perfecte cirkels en kaarsrechte rechthoeken van bontgekleurde kunststof. Klaas Kuiken gebruikt de isolerende kartonnen constructie die meestal in deuren zit verstopt als decoratief materiaal aan de buitenkant van een architectonische kast. David Derksen kiest ragfijn houtfineer als een natuurlijk ogend bouwmateriaal voor akoestische schermen met een repeterend patroon dat een zinsbegoochelend effect sorteert. In tijden van schaarse grondstoffen en energiebronnen weten deze ontwerpers met minimale middelen een maximaal effect te sorteren. Het is de jaren tachtig in een eigentijdse make-over.

Een dieper gewortelde trend onder de aanstormende ontwerpgeneratie is de focus op het maakproces van producten. Niet voor niets is ‘The Making of…’ het thema van deze 15de editie van DDW, dat inmiddels 2000 deelnemende ontwerpers, 100 locaties en bijna 300 duizend bezoekers telt. Ingezoomd wordt niet op kant-en-klare eindproducten maar op experimenteel onderzoek naar innovatieve materialen en productietechnieken. Het architecten-duo Alessandra Covini en Tomas Dirrix, samen Studio Ossidiana, vertaalt de architectonische elementen van Perzische tapijten in Petrified Carpets, tactiele betonnen objecten. Het Perzische tapijt wordt opgevat als een tweedimensionale weergave van de Perzische tuin. De motieven van het tapijt, zoals de rand en het centrale medaillon verbeelden in oorsprong de architectonisch elementen van de tuin, zoals de omringende muur en de centrale fontein. Deze elementen zijn vertaald in hedendaagse objecten, die verwijzen naar de contouren, kleuren en tinten van de Perzische tuinen.

De ontwerpers experimenteren met de verschillende technieken van het productieproces van het beton, zoals het storten, het kleuren en de nabehandeling. In elk object worden pigmenten, stenen, zand en cement in verschillende verhoudingen gecombineerd. Deze installatie maakt deel uit van de tentoonstelling ‘In No Particular Order’ die het werk van de 32 jonge opkomende ontwerptalenten van 2016 exposeert. De Dutch Design Award voor Best Talent ging naar Tom van Soest voor StoneCycling, een project waarbij nieuwe bakstenen worden gemaakt van bouwpuin; dit procedé is inmiddels zo verfijnd dat er ook meubels kunnen worden vervaardigd van het vermalen bouwafval als glas, steen en beton. Verwant aan dit onderzoek is Bricks of the Future waarbij een tiental studenten van de Academie van Bouwkunst in Amsterdam zich hebben gebogen over nieuwe toepassingen van de aloude baksteen. Door stenen hol of dunner te maken kunnen ze met minder energie worden vervaardigd. Ook is vrij geëxperimenteerd met innovatieve vormen, zodat de stenen slimmer kunnen worden gestapeld of een expressieve uitstraling hebben.

De nominaties voor de tweejaarlijkse New Material Award (NMA), een ontwerpwedstrijd voor innovatief materiaalgebruik, zijn dit jaar bijzonder sterk. Bastiaan de Nennie scant bestaande producten in op de computer, waarna hij deze beelden digitaal manipuleert en dit digitale ontwerp vervolgens 3D-print. Het resultaat is een serie eigentijdse objecten van – wederom felgekleurd – plastic die een brug slaan tussen de postmateriële fantasieën en tastbare gebruiksvoorwerpen. De Pretty Plastic Plant van ontwerpbureau Overtreders W en architectenbureau SLA verwerkt plastic huishoudafval uit Amsterdam Noord tot gevelbekleding. Het ingezamelde plastic wordt gesorteerd op kleur, zodat allerlei kleurcombinaties mogelijk zijn. De uiteindelijke winnaar van de NMA is de talentvolle Olivier van Herpt met een zelfgebouwde 3D-printer voor keramiek.

Recycling van plastic en steen is niet de enige materiaalinnovatie die is gebaseerd op een streven naar duurzaamheid. In samenwerking met Energie- en Grondstoffenfabriek, hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier en waterschap Aa en Maas deed Nienke Hoogvliet onderzoek naar delfstofwinning uit afvalwater. Via een zelfontwikkeld procedé kunnen nu de kleine resten van wc-papier uit rioolwater worden gewonnen en hergebruikt. Te zien is een tafelservies van cellulose op basis van oud papier. Fruitleather is een Rotterdamse start-up die een natuurlijk leer ontwikkeld uit fruitafval. Vooralsnog is het materiaal alleen nog sterk genoeg voor niet dragende toepassingen als wandbedekking en stoffering. Deze twee circulaire projecten zijn slechts een willekeurige greep uit het aanbod; ook te zien zijn producten van paddenstoelen en schimmels, dennennaalden overgebleven in de houtindustrie, meubels en zelfs gebouwen van zout en glaswerk vervaardigd van strandzand bij Kijkduin. Sympathieke projecten zijn het, stuk voor stuk; maar of ze daadwerkelijk impact hebben blijft de vraag. Misschien een idee om volgend jaar een follow-up te geven? De organisatie van de DDW voegt zelf ook de duurzame daad bij het woord; zo is het openlucht expositieterrein op Strijp S gebouwd van milieuvriendelijk bamboe. De inrichting van het Klokgebouw – met meer dan 100 presentaties de belangrijkste locatie – is volledig met gerecyclede of recyclebare materialen. Bezoekers zitten op stapels afgekeurde tapijttegels van Interface en wanden zijn bekleed met steigerdoeken die na afloop van de week zelf kunnen worden hergebruikt in de bouw.

Het 3D-printen en andere digitale innovaties komen er daarentegen bekaaid vanaf. Weliswaar duiken her en der VR-brillen op maar deze techniek leent zich slecht voor een publiek evenement door de lange wachtrijen. Bovendien blijft door de hoge wow-factor onderbelicht hoe deze techniek ons dagelijks leven zal beïnvloeden. Waar de veranderende rol tussen mens en product wel wordt verkend, is op twee kleine maar interessante presentaties. De prikkelende presentatie Why does my fridge know my birthday? toont innovatieve toepassingen van het Internet of Things, bijvoorbeeld een grijze fietsenplan waarbij de fietsen zelf registreren waar en wanneer ze door wie zijn geleend. Dat technologie niet zaligmakend is blijkt op Deviant Devices oftewel louche apparaten. Aan een liegende Volkswagen zijn we inmiddels gewend – maar wat als apparaten brutaal worden en sociaal wenselijk gedrag gaan sturen. Te vaak een vliegvakantie gemaakt en je wordt door je computer automatisch van boekingsites geblokt, het zou zomaar kunnen.

Op de Dutch Design Week is het vooral jong talent en avontuurlijk experiment met materiaal en proces dat domineert. Begeerlijk gebruiksdesign van de bekende Dutch designers schittert door afwezigheid. Maar het is Maarten Baas, dit jaar ambassadeur van DDW, die deze leemte hoogstpersoonlijk vult. Met zijn museale presentatie Maarten Baas Makes Time geeft hij een wereldprimeur van een nieuwe collectie meubels van gepatineerd brons. De meubels zijn een letterlijke vertaling van Baas’ ontwerpkrabbels en hebben grillige vormen die de zwaartekracht tarten. Eigenlijk veel interessanter is de installatie waarin hij design, beeldende kunst, poëzie, theater en gastronomie in de mix gooit. In een lege fabriekshal in het centrum van Eindhoven heeft hij stijlkamers geplaatst met theatrale stillevens die thema’s als verveling, vergankelijkheid en herinnering verbeelden. Een kluizenaar in een vieze woonkamer vol pizzadozen of ambtenaar die doelloos voor zich uitstaart achter een leeg grijs bureau. Naast de duurzame hoop en inspirerende hipheid biedt de Dutch Design hiermee ook ruimte voor onvermoede kwaliteiten van design als melancholie en twijfel.

Dit artikel is gepubliceerd in ArchitectuurNL nummer 6 van 2016.

Ontvang iedere week het laatste nieuws en informatie op het gebied van architectuur in uw mailbox.

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Architectuur.nl is een activiteit van Eisma Bouwmedia. Auteursrecht voorbehouden.

This is a modern website which will require Javascript to work. Please turn it on!